De eed en de “gelp”.

      Reacties uitgeschakeld voor De eed en de “gelp”.

Daar stond ik dan…. in de Statenzaal van de provincie in Haarlem. Het is een beetje een hotemetoten omgeving, het statige gebouw, met hier en daar moderne aankleding. En veel mensen die wisten waarom ze daar waren en ook zo keken….

Ik werd met de eed geïnstalleerd als duo Statenlid, met als portefeuille de commissie Landelijk Gebied. Jawel de commissie waar de “warme”debatten over natuur en ander gebruik van de grond zullen samenkomen.

Ik moest onwillekeurig aan die ouwe van me denken. Vissersman, Hoogoven-arbeider en arbeidsongeschikt toen daar nog geen regelingen voor waren. Wel een man met een flinke dosis intelligentie, creativiteit en vooral Derper nuchterheid.

Lang lang geleden, toen ik nog een erg (te?) jong wethouder van Egmond was, kwam de Commissaris van de Koningin langs in ons dorp. Hij wilde met de gemeenteraad spreken over de aanstaande vacature van burgemeester. Mijn rol was loco-burgemeester en ik moest de statige Roel de Wit (en zijn vrouw) op Zwartendijk ontvangen.
Ik zag daar tegenop als bestuurlijk broekie. Wat doe je dan? Je gaat er met die ouwe over praten.
Mijn vader zat stil naar me te luisteren, hij sprak niet veel. Nadat ik m’n twijfels geuit had, keek hij me aan en zei:
“Jan, als die man mot pisse, mot ie ook z’n gelp opendoen.”
Deze uitspraak is als het ware gebeiteld in mijn geheugen en heeft mijn houding ten opzichte van hoogwaardigheidsbekleders voor altijd bepaald.

(Overigens ontving ik inderdaad Roel de Wit met zijn vrouw op Zwartendijk. In de lift vertrouwde hij me toe dat hij, voordat hij de gemeenteraad kon spreken, hij eerst even wilde anti-chambreren. Ik had geen idee wat dat was en bracht hem, ingedachtig de woorden van mijn vader, naar het mannentoilet. Hij gaf me te kennen dat hij niet hoefde….).

En nu zelf de eed afgelegd op de plek waar De Wit heel wat metertjes achter zich heeft gelaten…

Een nieuw avontuur voor een gepensioneerde, met een leuke fractie van ervaren en jonge mensen.

PS
Deze anekdote heb ik eerder elders geschreven, voor lezers die het herkennen…. leek me gepast om hem hier te herhalen.